Een goed voorbeeld doet goed volgen. Onder dat motto heeft de provincie Utrecht dit jaar het werkschip Eem Surveyor in de vaart gebracht. Utrecht sluit daarmee aan in de rij van overheden met stille en schone vaartuigen én voegt daar voor navolgers ook weer iets nieuws aan toe. Op de InfraTech krijgen bezoekers meer te zien.
Wanneer je als opdrachtgever de inzet van duurzame bouwmethoden, zoals het elektrisch slaan van damwanden, aanmoedigt dan kan je zelf natuurlijk niet achterblijven. Provincie Utrecht heeft daarom het 100 jaar (!) oude dieselschip Birk vervangen door een vaartuig dat volledig elektrisch wordt aangedreven. Bij de totstandkoming is in de keuken van Overijssel gekeken. Zo zijn beide schepen op dezelfde werf gebouwd, maar er zijn ook interessante verschillen. Eem Surveyor wordt niet op waterstof maar met een accupakket aangedreven, wat gezien het traject op de Eem ruim voldoende actieradius oplevert.
Qua ontwerp kenmerkt het schip zich door een relatief groot dek, de vaste stuurhut en boeg en de grote mate van wendbaarheid doordat het werkschip wordt aangedreven met twee motoren. De provincie Utrecht gebruikt het schip voor inspectiedoeleinden en klein onderhoud. De ervaringen in de praktijk zijn buitengewoon positief.
Comfortabel varen
De keuze voor een stille en schone aandrijving hangt nauw samen met de natuurgebieden langs de Eem. Voor de medewerkers van de provincie Utrecht, die dagelijks van het schip gebruik maken, zijn er als het gaat om de arbeidsomstandigheden ook de nodige pluspunten. Het zicht vanuit de stuurhut is veel ruimer, onder in het schip hoeft men niet meer te bukken en zowel het ontwerp als de aandrijving maken dat het schip met zeer weinig golfslag door de Eem glijdt. Het is dus ook comfortabel varen met de Eem Surveyor.
Elektrisch varen betekent voor de provincie Utrecht ook een aanzienlijke besparing op onderhoudskosten. De elektrische motoren bijvoorbeeld vragen om weinig onderhoud en de schroefassen zijn watergesmeerd.
Tijdens de InfraTech beurs presenteren zowel de provincies Utrecht als Overijssel hun bevindingen met de twee werkschepen.