Binnenkort neemt hij vanwege zijn pensioen afscheid van het Vakberaad Beheer en Bouw. Bijna een decennium lang bepaalde programmasecretaris Ton Hesselmans (links op de foto) mee de projecten die het Vakberaad initieerde. Ton was volgens Bart Swaans (rechts op de foto), voorzitter van het Vakberaad ‘zo’n beetje de perfecte programmasecretaris in de fase waarin we zaten als Vakberaad’. Een tweegesprek waarin Ton de historische kantjes belicht en Bart praat over het Vakberaad zelf en over Tons verdiensten voor de club.
Ter introductie:
Het Vakberaad Beheer en Bouw (opgericht in 2009) bestaat uit vertegenwoordigers van de 12 provincies, de tactisch leidinggevenden van Beheer en Bouw. Zij hebben mandaat op werkplanniveau en financieel niveau om sturing te kunnen geven aan inhoud en mensen. Het Vakberaad Beheer en Bouw zorgt ervoor dat de kennisdeling en ontwikkeling tussen de provincies loopt.
Sinds wanneer is CROW bij het Vakberaad betrokken?
Ton: In 2014 kwamen de provincies bij CROW op bezoek. Er werd door de provincies al constructief met CROW samengewerkt in het iAMPro-project (een praktijkgericht kennisportaal voor professionals in assetmanagement). Vanuit de provincies kwam de vraag of er niet méér kon worden opgepakt door CROW. En toen haalden de provincies een lijst met Vakberaad-projecten tevoorschijn. Dat was het startsein om bij de provincies te inventariseren wat zij van het provinciale verlanglijstje zouden willen hebben uitgevoerd. En welke rol CROW volgens hen zou kunnen oppakken.
Ton: Via het Vakberaad zitten wij als CROW in één klap met alle 12 provincies aan tafel! Dat lukt ons niet met de gemeenten, kan ik je vertellen.
In september 2015 hebben we de antwoorden op die vragen gepresenteerd. En we hebben als CROW de provincies een advies meegegeven. Probeer niet ten koste van alles om met zijn twaalven alles voor elkaar te krijgen. Jullie hebben zoveel verschillende achtergronden, wensen en ideeën. Maak daar juist een kracht van en kijk waar de samenwerking wél kan. Zoek elkaar dáár op.
Daar is het cafetaria-model uit voortgekomen. Je hebt een aantal projecten waar je als provincie op intekent. De ene provincie wil wel ergens op intekenen, de andere niet. Kan om inhoudelijke maar ook om financiële redenen gaan. Sommige projecten zijn zo overstijgend dat we ze altijd met zijn twaalven doen. Bart: Mag ik een voorbeeld geven? Er zijn provincies die water in beheer hebben. Maar er zijn er ook die dat niet hebben. Noord-Brabant en Gelderland bijvoorbeeld. De provincies die geen of nauwelijks water in beheer hebben doen niet mee met het ontwikkelen van een standaard voor beweegbare bruggen of sluizen.
Ton: Je ziet dat de solidariteit is gegroeid binnen het Vakberaad. Men tekent eerder in, ook als het niet meteen in het eigen belang van een provincie is.
Nu zitten we jaarlijks op 20 à 25 projecten, met een totale inbreng door de provincies van 1,2 miljoen euro. De totale begroting van die projecten, dus inclusief de inbreng van derden, bedraagt ruim 2,5 miljoen euro. De inzet van de provincies is dus een prachtige multiplier.
Enkele jaren geleden hebben jullie het Vakberaad grondig tegen het licht gehouden.
Bart: We deden – en doen – hele goede dingen. Maar we wilden op een gegeven moment een stap extra zetten. Dus vraag was vanuit welke ambities we werken, wat onze doelen waren en welke strategie we daarvoor wilden inzetten.
Bart: Vervolgens heeft Paul Nieuwland, een strategisch communicatieadviseur met wie we al jaren werken, ons heel goed geholpen. Hij heeft helpen bepalen wat onze propositie is. Wat onze doelen en ambities zijn. Voor de provincieambtenaren was dat geen gesneden koek. Het ontleden van je eigen organisatie. Paul begeleidde de sessies waarin het Vakberaad uiteindelijk de strategie vaststelde.
Ton: We constateerden dat het Vakberaad inmiddels een belangrijke opdrachtgever in het werkveld was geworden. Moest het Vakberaad een eigen identiteit en logo krijgen? Een eigen website? Vragen die we bundelden in een ambitiedocument.
Is de praktische werkwijze van het Vakberaad wezenlijk veranderd gedurende de jaren?
Ton: Niet wezenlijk. We hebben jaarlijks twee momenten waarop we kiezen welke projecten er worden opgenomen in het programma. In november bepalen we het werkplan voor het jaar erop. En rond de zomer kijken we naar de resultaten van de projecten (sommige zijn snel, andere minder snel of helemaal niet gerealiseerd). Dat is ook het moment om nog extra projecten in te schuiven.
Bart: We werken met een voorbereidingsgroep voor elke vergadering van het Vakberaad. Zo’n groep is belangrijk. Zij houdt ook de andere leden van het Vakberaad scherp en aangesloten.
Bart: We weten allemaal dat veel mensen ontwikkelen leuker vinden dan beheren. Maar we weten ook dat uiteindelijk het meerjarig goed beheren essentieel is voor het functioneren van de assets en daarmee misschien wel veel belangrijker is.
Een van de bijzondere projecten die het Vakberaad ondersteunt is Managing Public Space.
Ton: Beheerders en bouwers zijn vaak praktisch ingestelde mensen die iets willen maken. Managing Public Space gaat over het academisch maken van het vakgebied. Dat levert misschien niet 1, 2, 3 wat op. De tijdspanne waarop je nieuwe afgestudeerde beheerders krijgt, is pas over 4 of 5 jaar. Over de deelname aan dit project, dat op termijn wellicht een leerstoel Managing Public Space kan opleveren, is in het Vakberaad stevig debat gevoerd. Wat hebben we eraan? Moeten we daar collectief geld in stoppen? Wanneer kunnen we de resultaten zien? Om op termijn een leerstoel mogelijk te maken was een commitment van 4 jaar nodig. We zijn er in 2020 mee gestart. En er hebben 8 provincies op ingeschreven.
Bart: Sommige projecten zijn nog veel groter. Neem op datagebied het project “BIM” (Bouw Informatie Management), dat ook meerdere jaren loopt. Ook daar voeren we stevige discussies over. Ontwikkelen enerzijds, maar implementeren anderzijds. Hoe zit het daarmee? Zijn we daar ook van?
En nu gaat Ton met pensioen.
Bart: Wij zullen hem gaan missen. Als mens, maar ook als collega. Het is Tons kwaliteit om heel soepel de zaak aan de gang te houden. Als er iets even gezegd moet worden dan doet Ton dat. En dat kan best prikkelend zijn. Ton staat niet alleen organisatorisch en administratief zijn mannetje. Ton adviseert en geeft mede de richting van het debat aan. Daarbij heeft hij veel energie te geven en is hij enorm enthousiast. Dus Ton is zo’n beetje de perfecte programmasecretaris.
Ton Hesselmans was 8 jaar lang programmasecretaris van het Vakberaad: De sfeer en de onderlinge verstandhouding zijn zeer goed. En dat vind ik heel belangrijk. Het is een groep mensen die vanresultaten houdt, maar ook van plezierig werken.
Tons opvolger, Simon Buwalda, gaat het zeker ook prima doen. Simon heeft een andere achtergrond dan Ton. Hij is wethouder geweest en kent daarom het politieke spel. Hij weet wat er vanuit de politiek gevraagd wordt. Bart vindt het belangrijk dat het Vakberaad meer politieke sensitiviteit gaat ontwikkelen en daar past het profiel van Simon natuurlijk geweldig bij. Dit past bij de ambitie van het Vakberaad om in de toekomst meer strategisch bestuurlijke onderwerpen op te pakken.
Tot de belangrijkste resultaten van het Vakberaad rekenen jullie het netwerk.
Bart: We hebben een adressenlijst van 500 à 600 specialisten in ons vakgebied. En die mensen kunnen we benaderen als we dat willen. Dat werkt heel goed. Wij hebben een professionaliseringsslag met elkaar gemaakt.
Bart Swaans is voorzitter van het Vakberaad sinds 2018: Het Vakberaad heeft geen officiële status en de leden zorgen ervoor dat ze in hun drukke provinciale agenda toch tijd vrijmaken. Iedereen vindt het belangrijk om met elkaar kennis op te bouwen en te verspreiden en deel te zijn van dit netwerk.
Ton: In 2014 begonnen we met alleen een wensenlijstje van projecten. Als je nu kijkt naar de organisatie die er staat, dan kun je niet ontkennen dat er een flinke stap is gezet.
Bart: Laten we vooral ook een compliment geven aan het Vakberaad zelf. En ik wil daar nog aan toevoegen: het Vakberaad kan niet zonder een goed functionerend secretariaat. De secretaris, Mirjam Jacobs, verdient hier echt een pluim voor haar werk. Zij slaagt erin alle kikkers in de kruiwagen te stoppen en te houden.
Ton: Ja dat was een erg prettige samenwerking, die ga ik missen! Kleine tip voor mijn opvolger Simon: je zult de leden van het Vakberaad soms achter de broek moeten zitten. En als dat niet helpt; degene die zijn stukken het laatst inlevert neemt taart mee voor de vergadering. Bart voegt toe: Daar zijn we dit jaar mee begonnen en Limburg was de gelukkige. Dit betekende dus dat er heerlijke vlaai op tafel stond.