In het TNO-rapport ‘Vernieuwingsopgave Infrastructuur’ (update oktober 2023) staat onder andere de aanbeveling dat provincies bij de vervangingsopgave een regisserende rol kunnen innemen. Het Vakberaad heeft hierop een formele reactie geformuleerd, die Bart Swaans, voorzitter van het Vakberaad en programmamanager multimodale mobiliteit bij de provincie Noord-Brabant, aanbiedt aan de AAC.
Wat houdt de vervangingsopgave in?
Wij spreken liever van een renovatie- en vervangingsopgave. Renovatie is duurzamer en kan circulair zijn. Voor ons zijn dat belangrijke factoren.
Het merendeel van de kunstwerken en wegen in Nederland is in de jaren 60 gebouwd en aangelegd. Ongeveer tegelijkertijd zijn ze nu aan renovatie of vervanging toe.
TNO heeft een kostenindicatie opgesteld en een aantal constateringen op een rijtje gezet. De waarschuwing is dat de problematiek met de jaren alleen maar zal toenemen. Schaarste aan personeel, materiaal, milieuruimte en middelen zorgt ervoor dat we mogelijk niet alle onderhoudswerkzaamheden kunnen uitvoeren. TNO wijst er ook op dat het gehele netwerk onder druk zal komen te staan, omdat werkzaamheden en storingen aan kunstwerken overlast veroorzaken op omliggende wegen en objecten.
Voordat we planmatig aan renovatie en onderhoud kunnen beginnen, hebben we nog een forse taak: meer inzicht krijgen in de daadwerkelijke staat van al die kunstwerken. Voor renovatie en onderhoud aan de grotere kunstwerken, die eigendom zijn van Rijkswaterstaat, provincies en grote gemeenten, zijn voldoende financiële middelen voorhanden. Gemeenten hebben veel kleinere kunstwerken in beheer, zoals duikertjes en bruggetjes. Daarover is niet alles bekend, wat het moeilijk maakt om te weten hoe ze ervoor staan. Tekeningen zijn nooit gedigitaliseerd. Dat zijn dan ook nog eens ontwerpen; tekeningen van bouwwerken as built werden destijds zelden gemaakt. Dat maakt onderzoek lastig.
Dat we te weinig weten van de kunstwerken is ook de conclusie van TNO. Metingen aan de buitenkant van een kunstwerk geven onvoldoende beeld van de staat ervan. Je hebt juist metingen van binnen nodig. We hebben nu berekend hoeveel geld er nodig is om een doorkijk te maken. Maar: betrokken partijen hanteren verschillende termijnen. De een kijkt 10 jaar verder, de ander 20 en een derde partij houdt een termijn van 16 jaar aan. Bovendien brengt de een alleen kunstwerken in kaart en de ander neemt ook wegdekken mee voor de renovatie- en vervangingsopgave. Daar moet lijn in komen.
Wat is de reactie van het Vakberaad op het rapport?
De provincies zijn zich terdege bewust van hun opgave op korte termijn. De vraag is of we net zo in control zijn op de langere termijn. Het is goed dat TNO de provincies wijst op de invloed van werkzaamheden op het totale wegennetwerk. De bereikbaarheid komt in gevaar als meerdere wegen tegelijkertijd worden aangepakt. Afstemming tussen de beheerders van kunstwerken en wegen is dus cruciaal. Een aantal aanbevelingen van TNO nemen we graag over, of scherpen we zelfs aan: inderdaad moeten we de uitvoering slimmer organiseren, aandacht besteden aan het netwerk en nu al anticiperen op de toenemende elektrificatie van het wagenpark en de zwaardere transporten. We hebben ook uniformiteit nodig in de prognoses voor de kunstwerken.
Welke rol is er voor het Vakberaad?
Het Vakberaad streeft naar landelijk betere en gelijksoortige prognoses voor de renovatie- en vervangingsopgave in Nederland. We moeten de kennis bundelen, waarbij CROW en TNO een belangrijke rol hebben. Voor een regionaal afgestemde programmering van de opgave met het oog op blijvende bereikbaarheid, zijn er al een uitstekende regionaal georganiseerde samenwerkingsverbanden. Vanuit hun regie- en wegbeheerdersrol zijn provincies hierbij al nauw betrokken. Voor ons als Vakberaad zien we hier dan ook geen meerwaarde en aanvullende taak in.